Gas en druk
Duikkids

 

 

Duiker met kwal

 

Koraalvlinder

 

Koraalwand

 

Mantarog

 

Papegaaivissen

 

Duiker met sepia

 

Rog

Gassen uit de lucht en je lichaam

De lucht die tijdens het duiken in ademt wordt door de ademautomaat op dezelfde druk gebracht als de waterdruk. Dit zorgt er ook voor dat delen van de lucht die je inademt (die door de automaat dezelfde druk heeft) in ons lichaam worden opgeslagen. Dit heet het oplossen van gas in weefsels.

Waaruit bestaat lucht?

Lucht bestaat uit verschillende gassen die samen lucht vormen. De lucht om ons heen bestaat uit de gassen stikstofgas, zuurstof, koolzuurgas (heel weinig in normale lucht, eigenlijk 0%!) en nog een kleine hoeveelheid andere gassen (ook waterdamp).

Kijk maar naar de taartpunten links, dan zie je hoeveel van wat er in lucht zit:

Samenstelling van luchtLucht uitademing

Met de ademhaling zuig je lucht naar binnen en dat is niet voor niets! Ons lichaam heeft zuurstof nodig, anders kunnen we niet leven. De longen halen de zuurstof uit de lucht. In ons lichaam wordt de zuurstof gebruikt en ontstaat er koolzuurgas. Dit koolzuurgas ademen we weer uit. Daarom zit er in de uitademingslucht veel minder zuurstof en veel meer koolzuurgas, kijk maar naar de taartpunten rechts. De hoeveelheid stikstof veranderd niet.

Je ziet dat in de lucht die we uitademen toch nog 16% procent zuurstof zit. Daardoor kunnen we bij een reanimatie met mond-op-mond beademing een slachtoffer nog genoeg zuurstof geven om te overleven!

Oplossen - wat is dat?

Als je gaat duiken wordt er door de druk gas in de weefsels worden opgelost: in het bloed maar ook in de weefsels zelf. Wat is oplossen eigenlijk?

Oplossen van suiker

Eerst een voorbeeld wat iedereen wel kent: het oplossen van suiker in water!

Je neemt een glas water en doet hier 1 schepje suiker in. Eerst zie je de losse suikerkorrels nog in het water.

Maar... als je dan gaat roeren, dan zie je suiker niet meer! Het water met suiker, de oplossing, is weer helemaal doorzichtig geworden. Als je proeft, merk je wel dat de suiker nog in het water zit!

Dus als we iets oplossen, dan doen we iets in bijvoorbeeld water en door goed te mengen (roeren) zorgen we dat dat niet meer te zien is.

De korrels lossen dus op in de vloeistof.

 

Hoeveel suiker kun je oplossen? Doe het testje maar!

Verzadigde oplossing

Een voorbeeld van oplossen dat ook allemaal kennen: in zeewater is het zout ook oplost in het water!
Je kunt het proefje hierboven dan ook doen met zout in plaats van met suiker.

Oplossen van gas in weefsels in je lichaam

En eigenlijk gebeurt hetzelfde bij het oplossen van gas in je bloed en in je lichaamsweefsels. Het gas is als het ware de suiker, en je bloed en weefsels zijn het water.

Als je inademt tijdens het duiken dan wordt gas door je long opgenomen in het bloed - het gas lost op in het bloed. Vooral stikstof, dat ook in de lucht zit en dus ook in je duikfles, lost snel op in bloed. Maar het bloed komt overal in je lichaam, en geeft het stikstof dus ook weer af aan alle weefsels. Ook in je weefsels lost dus gas op!

Druk en oplossenHoeveel gas tijdens je hele duik in de lichaam, dus je bloed en weefsels, oplost hangt af van twee dingen:
De druk, dus de diepte van je duik.
De tijd dat je op die diepte blijft, dus je duiktijd.

Oplossen van gas kost ook wat tijd. Dus hoe dieper en hoe langer, hoe meer gas opgelost wordt in je lichaam. (kijk nog maar eens naar 'het duikplan'). Bij de 'nultijd' wordt er zo weinig gas in je lichaam opgelost dat je veilig omhoog kunt.

Wel is er verschil in de snelheid waarmee de verschillende weefsels onder druk gas opnemen, en bij het afnemen van de druk (de opstijging dus) het gas weer laten gaan.

Vetweefsel neemt nogal makkelijk stikstof op. Mensen met wat meer vet slaan dus ook meer stikstofgas op!

Opgeloste gassen en stijgsnelheid

Als we weer opstijgen, dan wordt de druk minder. Als dit heel rustig gebeurd, dan wordt het stikstof uit het weefsel gelijk weer opgelost in het bloed. De bloedsomloop brengt het dan naar je longen en je ademt het weer uit. Niets aan de hand.

Maar ga je te snel omhoog, dan kunnen problemen ontstaan!

Je mag je opstijging dus niet te snel maken! Anders krijgt het opgeloste gas niet de kans rustig uit het weefsel te gaan, opgelost in het bloed weer terug te gaan naar de longen, zodat je het kunt uitademen.
Dan raken je weefsels of je bloed oververzadigd met gas, en krijg je gasbelletjes in je bloed of in je weefsels. Deze gasbelletjes geven problemen.
Daarom is de goede stijgsnelheid 10 meter per minuut. Kijk nog maar eens bij de opstijging. Ga je te snel, dan kun je deco ziekte krijgen (de link gaat naar de pagina hierover).

De 'nultijd' in de duiktabellen geven aan aan hoe lang je op een bepaalde diepte mag blijven om met de goede stijgsnelheid veilig omhoog te komen. Ga je over de nultijd heen, dan moet je tijdens de opstijging extra wachttijden inbouwen om het opgeloste gas goed kwijt te raken. Dit noemen we decompressiestops. Een duikcomputer geeft vaak ook aan een 'veiligheidsstop' te maken. Dit is geen echte decompressiestop, maar een extra veiligheidsmaatregel om alle opgeloste gassen goed de kans te geven uit het lichaam te gaan.

Dus: maak een goed duikplan, blijf binnen de nultijd en houdt je aan de stijgsnelheid! Dan is duiken gewoon veilig!

naar boven pagina

Het volgende stukje gaat over hoe de twee belangrijkste orgaansystemen van ons lichaam werken: ademhaling en bloedsomloop.
DUIK VEILIG!