De afdaling maken
Bij veel duiken zul je lopend of met een schredesprong in niet al te diep water je duik beginnen. Je begint je duik dan door diep uit te ademen vanuit de basistrim, dus met een leeg vest. Door de waterdruk op een paar meter diepte wordt je duikpak al zo samengedrukt dat je niet meer omhoog komt.
Dan bereik je de bodem en zwem je langs de bodem steeds dieper en maak je je duik. Vergeet niet regelmatig je oren te klaren!
Aan het eind van je duik zwem je dan vaak ook weer met de bodem mee naar ondieper water en je startpunt, waar je ook het water weer kunt komen. Dit is heel simpel en gaat vanzelf.
Afdalen 'in het blauw'
Om te oefenen hoe het voelt zul je als je wat meer duikervaring krijgt ook vanaf het midden van een plas gaan afdalen, direct naar grotere diepte. Het is ook slim om dit te oefenen, want bij bootduiken kun je niet langs de bodem afzwemmen.
Het is slim om het afdalen eerst langs een touw, bijvoorbeeld van een drijvende boei, te oefenen, bijvoorbeeld naar een oefenplatform op bijvoorbeeld 6 meter. Met het touw kun je jezelf soms nog even vasthouden, dat kan handig zijn om te klaren. Als dat goed gaat, kun je het zonder touw proberen!
Het lastige van deze afdaling 'in het blauw', is om rustig en met goede controle naar beneden te gaan.
Je begint met aan je buddy met handsignalen te vragen of hij klaar is (okee?), en dan geef je elkaar het teken 'afdalen'.
Je blaast je trimvest af en ademt uit. Dan zak je direct ongeveer een meter of meer onder water. Het is slim om dan al te klaren! Natuurlijk blijf je ook je buddy in de gaten houden als je verder afdaalt!
Het lastige komt hierna: als je een meter of twee diep bent, wordt je duikpak al zo ingedrukt door het water dat het drijfvermogen afneemt. Als je dan geen lucht in je vest blaast, dan zak je steeds sneller. Dat is niet alleen geen fijn gevoel, maar als het te snel gaat kun je ook je oren niet goed meer klaren
en kun je dus je oren beschadigen. En omdat het steeds sneller gaat lukt het ook niet meer om snel voldoende lucht in je vest te blazen om te remmen of, wat je helemaal niet moet doen, hiertegenin te zwemmen.
Dus rustig afdalen en gelijk als je op een paar meter diepte bent alweer lucht in je vest blazen om het snelle afdalen voor te zijn. Maar ook weer niet teveel - dan ga je gelijk weer naar boven.
Dus moet je tijdens de afdaling gelijk al gaan trimmen! En dan is het handig om in het zwembad al veel met trimmen te hebben geoefend, want dan heb je hier een goed gevoel voor het zweven door gekregen.
En dan daal je rustig verder af: net genoeg lucht in je vest om rustig te dalen, niet teveel want dan ga je omhoog, niet te weinig want dan daal je te snel. Vergeet niet telkens je oren te klaren op weg naar beneden.
Zo zak je dan rustig tot je het platform, de bodem, of je gewenste diepte hebt bereikt!
Zoals je ziet gaat het weer over goed gebruik van je trimvest tijdens het afdalen. Wil je daar meer over weten? Kijk dan (weer eens) bij trimmen extra.
Aan het eind van je duik moet je natuurlijk ook weer veilig omhoog, dus moet je een mooie opstijging gaan maken!